
Dezer dagen stuitte ik via internet bij toeval op het overlijden van ene Karel ten Haaf (1962-2019), die op 17 mei jongstleden het tijdelijke met het eeuwige verwisselde. Ik had nog nooit van Ten Haaf gehoord. Hij schijnt een schrijver te zijn geweest, over wiens literaire werk ik geen oordeel kan vellen. Mijn aandacht werd getrokken door iets anders: deze Ten Haaf, zo bleek uit necrologieën, beschouwde zichzelf als ‘Trotskist’ en zou over de Russische revolutionair Leo Trotski (1879-1940, foto) een van de grootste boekenverzamelingen van Nederland hebben opgebouwd. Niet uit zuiver historische belangstelling maar omdat hij Trotski anno 2019 nog altijd als een lichtend voorbeeld beschouwde. En dat terwijl Trotski zich na zijn beslissende bijdrage aan de Russische Revolutie ontpopte als een politiek warhoofd die zijn tijd niet meer begreep, zoals tijdens zijn leven en na zijn dood door verschillende auteurs al lang is aangetoond.
Lees verder





Vorig jaar, om precies te zijn op 13 april 2018, stierf Martin van den Heuvel, Rusland- en Oost-Europa-deskundige. Hij werd (ten onrechte) geassocieerd met het typetje dr. Clavan van Kees van Kooten. Van den Heuvel was een serieuze wetenschapper en journalist die iets presteerde dat schrijver Willem Frederik Hermans pretendeerde: hij had altijd gelijk. Zijn beheerste maar niet minder polemische autobiografie Uit het leven van een anticommunist (1998) toont aan hoe velen (politici, predikanten) in Nederland heulden met het ‘reëel bestaande socialisme’ in Rusland en Oost-Europa, dat in werkelijkheid een totalitaire dictatuur was. Ik herdacht hem op 30 december 2018 al kort in het historisch radioprogramma OVT (
Het is alweer tien jaar geleden dat de Russische schrijver en voormalige Sovjet-dissident Alexander Solzjenitsyn stierf, 89 jaar oud. En het is honderd jaar geleden dat hij werd geboren. Solzjenitsyn was een uiterst omstreden figuur, niet alleen bij de Sovjet-autoriteiten, maar ook onder zijn mede-dissidenten. Hij is – althans in Nederland – nu vrijwel vergeten, niet alleen omdat de Sovjet-Unie al bijna dertig jaar ter ziele is, maar ook vanwege zijn christelijk geloof, zijn kritische en volgens sommigen antisemitische houding tegenover de vooraanstaande rol van veel Joden tijdens de Russische Revolutie en niet te vergeten vanwege zijn sympathie voor Poetin, die hem in zijn laatste levensjaren opzocht en wiens herstel van de Russische ‘waardigheid’ door Solzjenitsyn hogelijk bewonderd werd na de chaotische jaren negentig ten tijde van Boris Jeltsin. Poetin herdacht en eerde Solzjenitsyn op diens honderdste geboortedag op 11 december 2018 postuum opnieuw en spande de schrijver zo nog eens handig voor zijn imperialistische karretje. Hoe intussen Solzjenitsyn werkelijk te herdenken? Als de moedige dissident of als de enghartige nationalist, zoals Poetin doet? Of als allebei? Bij al zijn Russische engagement was en bleef Solzjenitsyn ook een ongrijpbaar, moeilijk toegankelijk individualist. Ik publiceerde onderhavig artikel na zijn dood in 2008 in het Historisch Nieuwsblad, maar plaats het hier opnieuw, omdat Solzjenitsyns leven larger than life was. Er kan nooit genoeg over hem worden nagedacht.
In oktober 2016 schreef ik op deze website een artikel over de theoloog H. M. (‘Harry’) Kuitert. Ik had me in zijn werk verdiept als opmaat naar een symposium dat op 24 november 2016 werd georganiseerd door de Vrije Universiteit, mijn werkgever. Kuitert was toen 92 jaar en zou het jaar daarop sterven. In zijn laatste levensjaar liet Kuitert delen van zijn archief overbrengen naar het Historisch Documentatiecentrum en na zijn dood kwam het hele archief over dankzij dochter Lisa. Dat archief is fascinerend omdat het de ontwikkelingsgang in het denken van Kuitert laat zien. Op de publicatie van ieder boek ontving hij brieven met zowel commentaar als bijval. En daarnaast bevat het archief tal van gedrukte stukken: krantenartikelen over en interviews met hem. Ze tonen dat Kuitert nog lang gelovig is gebleven en dat hij pas laat atheïst werd. Dit artikel is een licht bewerkte versie van een bijdrage die ik recent in een vriendenbundel publiceerde.
Heeft er ooit zo’n imponerende tweeling op aarde rondgelopen als de gebroeders Medvedev? Ik denk het niet. De historicus Roy (links) en de biochemicus Zjores (rechts) hebben samen en afzonderlijk een enorm oeuvre bij elkaar geschreven, voornamelijk over de misstanden in de Sovjetunie. Ze werden ieder op eigen wijze ook zelf slachtoffer van het totalitaire communistische systeem, maar waren niet klein te krijgen. En niet van elkaar te scheiden, hoe ver ze ook uit elkaar woonden. Tot de dood Zjores op 15 november jongstleden hen scheidde, een dag na hun beider verjaardag. Die vierden ze in Londen vierden ten huize van Zjores, die daar na zijn verbanning uit de Sovjetunie decennia woonde en bleef wonen, ook al had de laatste Sovjetleider Michail Gorbatsjov hem in 1990 het staatsburgerschap weer teruggegeven. Roy bleef, lang geschaduwd door de geheime dienst KGB, in Moskou. De geschiedenis van beide broers laat zich lezen als een persoonlijke geschiedenis van de Sovjet-tragedie, waarin zij zich – zo kan zonder terughoudendheid worden gesteld – bijzonder heldhaftig gedroegen.