
Je hoort over Voltaire (1694-1778) tegenwoordig niet zoveel goeds meer. Hij zou een verkeerde kijk op het jodendom en christendom hebben, zich in de omgang laten kennen als een nurkse, onaangename man en hij zou – dit weer als steen des aanstoots voor vrijdenkers – geen ‘echte’ atheïst zijn geweest en slechts een halfhartig vertegenwoordiger van de Verlichting (die tegenwoordig vooral ‘radicaal’ moet heten). Toch lees ik hem graag, want bij alles wat over hem gezegd is: Voltaire was eerst en vooral een uitmuntend schrijver, een die bovendien uitgroeide tot een instituut met wie de machtigen der aarde zich graag inlieten. Dankzij geweldige vertalers, van wie in het bijzonder Hannie Vermeer-Pardoen met alle eer moet worden genoemd, is zijn frisse werk voor iedereen toegankelijk.
Lees verder








