Wie kent haar nog? Henriëtte Boas, de kleine vrouw met de enorme bos wit haar en levendige ogen die je scherp konden aankijken. Boas bemoeide zich met alle grote naoorlogse kwesties en bestookte kranten zo dikwijls met haar ongezouten opvattingen dat ze er de bijnaam ‘kampioen ingezonden brievenschrijfster’ aan overhield. Die brieven gingen, enkele uitzonderingen daargelaten, vooral over het Jodendom. Iedereen, maar in het bijzonder Joden, werd de maat genomen als iets gedebiteerd werd dat ze onjuist achtte over de Joodse geschiedenis of over de politiek van de staat Israel. Ze had dikwijls (zij het niet altijd) gelijk, maar gelijk hebben is nog iets anders dan gelijk krijgen, zo leert de voortreffelijke biografie De waarheidszoekster. Een leven voor de Joodse zaak, die Pauline Micheels op 25 mei jongstleden presenteerde.
Categorie archief: Geen categorie
Simone de Beauvoir, de erfenis van een feministe die altijd existentialiste bleef

Op donderdagmiddag 2 juni 2016 sprak ik over Simone de Beauvoir in OBA Live, het onvolprezen programma van Theodor Holman en Rina Spigt, dat tegenwoordig plaatsvindt in de Openbare Bibliotheek aan het Javaplein in Amsterdam-Oost. Het gesprek is hier terug te zien: https://www.youtube.com/watch?v=-fX0dl5VBCI Ik dompelde me voor de gelegenheid opnieuw onder in haar werk, dat ik decennia geleden al met zoveel interesse had gelezen. Wat blijft van betekenis in het oeuvre van deze vrouw, die allereerst als schrijfster erkenning zocht maar die tegen het einde van haar leven gevierd werd als de moeder van de tweede feministische golf? Uitgerekend dat feminisme is na haar dood omstreden geraakt, nadat bekend werd hoe De Beauvoir zich haar leven lang opwierp als de beschermvrouwe van het onberekenbare ‘eeuwige kind’ Sartre, wiens grillen ze niet altijd kon volgen. Anders dan Sartre bleef ze eerst en vooral existentialiste, al geniet ze voornamelijk faam als oermoeder van de tweede feministische golf.
Lees verderDe ruwe zeden bij Elsevier, stem van burgerlijk Nederland

Het weekblad Elsevier dreigt haar naam kwijt te raken. Onlangs protesteerde de redactie nog op een aandeelhoudersvergadering van het concern RELX (het vroegere Reed-Elsevier) tegen dat op handen zijnde besluit. Het einde van Elsevier zou het einde van een blad betekenen dat zeventig jaar de spreekbuis was van de keurige Nederlandse middenklasse. De vertolkers zelf waren minder keurig, zo blijkt uit een vermakelijk boek dat Elsevier-redacteur Gerry van der List in 2005 schreef en dat ik eerst dezer dagen las. Achter een keurige façade gingen redacteuren regelmatig rollend over straat, zopen dat het een aard had, probeerden secretaresses in bed te krijgen en smeten met geld dat jarenlang tegen de plinten op klotste.
Lees verderFriedrich Nietzsche en de vriendschap van Lesley Chamberlain
Met Friedrich Nietzsche onderhoud ik een haat-liefde verhouding. Soms denk ik: wat een geëxalteerde auteur, vol van heftige gedachten over de Duits-christelijke cultuur waarin hij groot werd, gedachten die almaar extremer werden naarmate zijn (zelfverkozen) isolement groter werd. Dat hij er nooit in slaagde een gangbare seksuele relatie met een vrouw aan te gaan hielp ook niet mee: het leidde tot grote frustratie en wekt enig medelijden op – medelijden, een begrip waar Nietzsche van gruwde. Maar daar staat heel wat tegenover: wat kon die man prachtig schrijven, wat een diepzinnige mensenkennis zit er in dat werk verborgen, wat is het leesbaar. Na hem een tijd ongelezen te hebben gelaten vond ik hem onlangs weer terug via een geweldig boek van de Britse schrijfster Lesley Chamberlain, dat alweer twintig jaar geleden werd gepubliceerd en in Nederlandse vertaling verscheen onder de titel Nietzsche in Turijn. Een intieme biografie.
Sal Tas, de man die naoorlogs Nederland een venster op de wereld bood
Wie weet nog wie Sal Tas (1905-1976) is? Deze obscure linkse activist voor de Tweede Wereldoorlog vond na 1945 tienduizenden lezers als verslaggever buitenland van Het Parool. Tas bood die lezers een venster op de wereld. Na zijn dood raakte hij vrijwel onmiddellijk in de vergetelheid. Maar zie: historica Tity de Vries, die eerder schreef over Amerikaanse en Nederlandse intellectuelen in de jaren vijftig, richtte vorig jaar een bescheiden monument voor hem op in haar voortreffelijke boek Een onwrikbaar geloof in zijn gelijk. Sal Tas, journalist van de wereld, dat onderdak vond bij uitgeverij Aspekt. Ze schetst het portret van een man die rake journalistieke stukken schreef maar die tevens een stil verdriet met zich meedroeg: zijn boeken werden nooit op waarde geschat, terwijl het werk van zijn vriend Jacques de Kadt (1897-1988) inmiddels wel tot de grote politieke literatuur wordt gerekend.
J.S. Bartstra en P.F.M. Fontaine: Nederlandse tijdgenoten over Hitler
Er zijn niet veel Nederlanders die na de Tweede Wereldoorlog een boek over Hitler publiceerden. Recent schreef Sjoerd de Boer met De Hitler mythes een goed boek, waarin hij beoogt hardnekkige misverstanden over Adolf Hitler te verklaren en naar de mestvaalt van de geschiedenis te verwijzen. Zoiets kan alleen als je een grondige kennis van de literatuur over Hitler hebt en die kennis heeft De Boer, al leunt hij sterk op een aantal gidsen, van wie Hitler-biograaf Ian Kershaw de belangrijkste is. Het is een nuchter boek, geschreven door iemand van ver na de oorlog, waarmee overigens niet denigrerends is gezegd. Nederlandse tijdgenoten schreven met minder afstand over de man die hun leven op een negatieve manier beïnvloedde.
Een voorbeeldig boek over atheïstische Bijbelkritiek
Enkele weken geleden werd ik geattendeerd op het boek Weerloos voor de rechtbank van de rede. De Bijbel en het vrije denken in Nederland 1855-1955, geschreven door de mij tot dusver alleen van naam bekende emeritus hoogleraar C. Houtman, die Oude Testament doceerde aan de inmiddels verdwenen opleiding in Kampen van de Protestantse Theologische Universiteit. Ik kende zijn naam wel maar had vrijwel niets van hem gelezen. Ik vroeg het Nederlands Dagblad, niet langer een exclusief vrijgemaakt-gereformeerde maar een ‘christelijk betrokken’ krant (waar een goede vriend werkt), of die iets zag in een bespreking van mijn hand. Die bespreking verscheen op vrijdag 26 februari jongstleden. Hier ga ik nog wat dieper en uitgebreider in op dit boek. Weerloos voor de rechtbank van de rede is dat waard. Het is in veel opzichten voorbeeldig.
Kritiek sluit waardering niet uit: Otterspeers tweedelige biografie van Willem Frederik Hermans
Op zondagochtend 31 januari trof ik Hermans-biograaf Willem Otterspeer bij het historisch radioprogramma OVT. Otterspeer sprak daar over de verfilming van de roman Nooit meer slapen, een film onder regie van Boudewijn Koole. Ik zei hem bij die gelegenheid dat hij met zijn tweedelige biografie al bij al een indrukwekkende prestatie heeft geleverd. Hoe nu? Ik had toch kritiek op het eerste deel (De mislukkingskunstenaar) van deze tweedelige biografie? Zeker: ik vond en vind dat Otterspeer Hermans’ op zijn zachtst gezegd opportunistische optreden tijdens de oorlog teveel met de mantel der liefde bedekte en de schrijver ook verder onnodig groter maakte dan hij in werkelijkheid was (‘Nederlands grootste schrijver’) . Zie daarover de bijdrage ‘Een krans bij een standbeeld’ op deze website van januari 2015. Maar kritiek op een boek sluit waardering niet uit, integendeel. Ik las het tweede deel (De zanger van de wrok) al enige tijd geleden en maak hier mijn balans op: Otterspeers interpretatie van Hermans’ levensgang is uiteindelijk overtuigend.
VU-studenten en hun verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog
Vorige week woensdag, 27 januari 2016, hield ik tijdens de zogenoemde Holocaust Memorial Day aan de Vrije Universiteit een lezing over het verzet van VU-studenten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Dat verzet kon bestaan uit actieve bestrijding van de bezetter maar ook uit hulpverlening aan Joden die met de dood werden bedreigd. Dat mag opmerkelijk heten, aangezien gereformeerden voor én tijdens de oorlog tweeslachtig tegenover Joden stonden. Om die reden mag de inzet van VU-studenten om Joden te redden bijzonder heten.
Het gemoed van mijn moeder en de zee van vergetelheid
Op 13 januari 2015 is stierf mijn moeder, Mien Berkelaar-Van ’t Land. Ik schreef na haar sterven al een hommage en herdenk haar dezer dagen nog eens extra. Mijn moeder behoort niet bij de ‘onsterfelijken’ van deze wereld, zoals schurken als Hitler en Stalin, helden als Churchill en Mandela en kunstenaars als Shakespeare en Voltaire. Zij behoort tot het onmetelijke rijk van ‘naamlozen’ die ten grave zijn gedragen, herinnerd door hun geliefden tot met hun dood ook die herinneringen verdwijnen. Alleen al daarom wil ik haar hier (nogmaals) herinneren. Maar niet alleen daarom. Ze was haar leven lang een verzamelaar van gedichten en spreuken die ze in eenvoudige schriften bewaarde en waaruit een diep gemoed sprak.