Geen doctor Clavan: Oost-Europadeskundige Martin van den Heuvel, de man die altijd gelijk had

van den heuvelVorig jaar, om precies te zijn op 13 april 2018, stierf Martin van den Heuvel, Rusland- en Oost-Europa-deskundige. Hij werd (ten onrechte) geassocieerd met het typetje dr. Clavan van Kees van Kooten. Van den Heuvel was een serieuze wetenschapper en journalist die iets presteerde dat schrijver Willem Frederik Hermans pretendeerde: hij had altijd gelijk. Zijn beheerste maar niet minder polemische autobiografie Uit het leven van een anticommunist (1998) toont aan hoe velen (politici, predikanten) in Nederland heulden met het ‘reëel bestaande socialisme’ in Rusland en Oost-Europa, dat in werkelijkheid een totalitaire dictatuur was. Ik herdacht hem op 30 december 2018 al kort in het historisch radioprogramma OVT (https://www.vpro.nl/programmas/ovt/luister/afleveringen/2018/30-12-2018.html) maar wil hier wat langer bij Martin van den Heuvel stilstaan.

Wie de schaarse foto’s van Martin van den Heuvel op internet bekijkt, ziet een man die niet oogde als een intellectueel. Hij zag er integendeel uit als een jongen ‘van de gestampte pot’, iemand die evengoed banketbakker (zoals zijn vader) of loodgieter kon zijn. Dat zijn overigens eervolle beroepen, doorgaans beoefend door mensen die weinig op hebben met hoogdravende en wereldvreemde idealen maar die met beide voeten op aarde staan en nuchter oordelen.

dick_verkijkZo iemand was ook Martin van den Heuvel, al was hij wel een intellectueel. Van den Heuvel werd op 13 november 1931 geboren in Haarlem, de stad waar twee jaar voor hem die andere anticommunist – en vriend – Dick Verkijk (foto) werd geboren, met wie hij in 1998 Schuld en boete. Bijdrage van twee anti’s aan het communismedebat zou schrijven. Van den Heuvel was het zesde van acht kinderen in een traditioneel katholiek gezin, dat echter niet erg streng in de leer genoemd kon worden. Zijn vader, banketbakker Van den Heuvel (‘Hoger dan de hoogste heuvel, Van den Heuvels kwaliteit!’) was dan wel collectant in de katholieke Sint-Bavo, hij maakte, schrijft zoon Martin in zijn autobiografie, ontspannen grapjes over kapelaans. En van zijn moeder mocht hij alles.

Maar van de rooms-katholieke kerk in Nederland mocht in de jaren veertig en vijftig weinig, zoals het bisschoppelijk mandement uit 1954 ten overvloede nog eens bewees: katholieken moesten ver blijven van ‘de roden’ (VARA, Het Vrije Volk en aanverwante instellingen). Van den Heuvel schrijft luchtig over zijn eigen geloofsafval: het lukte hem als jongen maar niet de hostie door te slikken. Toen hij die weer eens op de tong gelegd kreeg, hield hij het in de mond en spuwde het naderhand uit in de struiken, wat hem – zo intimiderend was het katholicisme in de jaren dertig wel – het gevoel bezorgde een doodzonde te hebben begaan.

chroesjtsjovHet was snel afgelopen met het katholieke leven van Van den Heuvel. Gefascineerd door Rusland ging hij Russische geschiedenis studeren. Na zijn afstuderen werd hij correspondent in Rusland voor Het Parool. Hij kwam aan in 1964, het jaar waarin Nikita Chroesjtsjov (foto) werd afgezet. Diens vervanging door Leonid Brezjnev vormde het begin van een voorzichtige maar onmiskenbare restalinisatie en (daardoor) van de start van de dissidentenbeweging in de Sovjetunie. Van den Heuvel beleefde als correspondent het geruchtmakende proces tegen de schrijvers Joeli Daniel en Andrei Sinjavski in 1965. De twee werden tot jarenlange straffen werden veroordeeld omdat ze het Sovjetregime met hun satirische boeken zouden hebben ondermijnd.

Karel van het reveHij bleef tot 1967 correspondent van Het Parool, waarna hij werd opgevolgd door Karel van het Reve (foto). Zijn observaties over drie jaar leven in het ‘reëel bestaande socialisme’, opgetekend in Uit het leven van een anticommunist, zijn hilarisch: de leugenachtigheid en stupiditeit van het regime, onder meer tot uitdrukking komend in het opzichtige en knullige bespioneren van buitenlandse correspondenten – Van den Heuvel schreef het prachtig op.

Minder hilarisch, zelfs schrijnend zijn de observaties over de Nederlandse aanpassing aan en soms zelfs regelrechte collaboratie met de dictatoriale regimes. Van die lafhartige Nederlandse aanpassing blijft CDA-minister van Buitenlandse Zaken Hans van den Broek een sprekend voorbeeld. In 1986 werd Martin van den Heuvel benaderd door het bestuur van de Erasmus stichting met de vraag of hij een kandidaat voor de Erasmusprijs wilde voordragen die afkomstig was uit de communistische wereld.

hans van den broekVan den Heuvel hoefde niet lang na te denken en droeg de Tsjechische mensenrechtenbeweging Charta 77 voor. Van den Broek (foto) stak echter een stokje voor de toekenning: een prestigieuze prijs voor Charta zou diplomatieke problemen opleveren met de hardvochtige communistische regering in Tsjechoslowakije. Toneelschrijver Vaclav Havel mocht – als compromis – wel. Van den Heuvel zette zich aan het schrijven van een rapport, na met moeite Havel te hebben overgehaald de prijs te accepteren – de schrijver had de prijs liever zien toegekend aan het collectief Charta 77.

Nog was het niet gedaan met de lafheid van Van den Broek en zijn ministerie. De tekst van Havels dankwoord (de schrijver was zelf niet aanwezig in de Rotterdamse Sint-Laurenskerk, uit angst niet meer te worden toegelaten tot zijn land) werd in gedrukte vorm gecensureerd: de verwijzing naar Charta 77 stond er niet in.

havel-2Dat was nog geen einde van alle lafhartigheid: de prijs, door Martin van den Heuvel Tsjechoslowakije binnengesmokkeld in een fotoboek, mocht niet op de Nederlandse ambassade worden overhandigd, maar in de privéwoning van de Nederlandse ambassadeur. Van den Heuvel sprak bij die gelegenheid Havel (foto) toe met de schitterende woorden: ‘Wij zijn ook maar een klein land. U zit hier opgesloten in een inferieur politiek bestel, maar bij ons gaat er ook weleens iets mis.’

Een zijdelingse rol in de kwestie-Havel speelt het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) en haar algemeen secretaris Mient-Jan Faber. Faber heeft zich altijd trots beroepen op zijn contacten met de dissidentenbeweging maar dankzij Martin van den Heuvel weten we dat die aanzienlijk minder hecht waren dan Faber deed en doet voorkomen. Ten tijde van de toekenning van de Erasmusprijs in 1986 hield Faber (foto) een lezing waarin hij zijn contacten met Havel memoreerde.

faberMaar in de kern dachten het IKV en Havel en Charta 77 heel anders over de wapenwedloop tussen de Verenigde Staten en de Sovjetunie. Charta 77 ondersteunde van harte een kernwapenvrij Europa, maar wilde ook af van het Russische leger dat ‘tijdelijk’ in Tsjechoslowakije gelegerd was. Dat kwam niet in de kraam te pas van het IKV, dat dan ook de Amerikanen uit West-Europa weg wilde hebben. Alsof de Amerikanen in West-Europa net zo’n bezettingsmacht waren als de Russen in Oost-Europa…

Vlijmscherp analyseerde Van den Heuvel ook de naïeve kijk van het IKV op de Oost-West-verhoudingen. De kerkelijke vredesbeweging meende in alle oprechtheid dat de communistische regeringen erop uit waren de tegenstellingen tussen Oost en West weg te nemen, terwijl ze de Koude Oorlog in werkelijkheid juist cultiveerden om hun moreel failliete regimes te bestendigen. Of zoals Van den Heuvel in Uit het leven van een anticommunist schreef: ‘Het IKV wilde het “vijanddenken” afbreken zonder te begrijpen dat de hele sovjet-ideologie daarop gebouwd was.’

dick-boerHet IKV mocht dan naïef zijn, het was niet fout. Fout was (en is) wel Dick Boer (foto), die dertig jaar als predikant in de DDR functioneerde en schaamteloos met het regime sympathiseerde en collaboreerde. Beschouwde de dominee zijn collaboratie na de val van de Muur met schaamte? Geenszins. Hij bleef zijn hart ook na 1989 verpanden aan de DDR. Boer beschouwde de geboorte (in 1949) van de Duitse ‘boeren- en arbeidersstaat’ als een bevrijding, waarvan onderdrukking noodgedwongen de keerzijde zou zijn. Sarcastisch voegde Van den Heuvel hieraan toe: ‘zou hij (=Boer) hopen dat het hiernamaals er zo uitziet als de DDR?’

Niet minder fout – ik signaleerde het op deze website het al eerder (https://wimberkelaar.wordpress.com/2016/12/19/herinneringen-aan-hebe-kohlbrugge/) – was (ook al) dominee Bé Ruys (foto), die na de val van de Muur opmerkte het debat over de machtige en intimiderende Staatssicherheitsdienst (Stasi) in de DDR ‘belachelijk’ te vinden: ‘elk land heeft zijn veiligheidsdienst, dat is nu eenmaal zo’. be-ruysAlsof er geen verschil zou bestaan tussen een veiligheidsdienst in een open samenleving en een veiligheidsdienst in een dictatuur. Martin van den Heuvel voegde hier met licht sarcasme aan toe: ‘Ik weet echt niet wat ik met zoveel zotheid aan moet.’

Die zotheid heerste bij veel linkse intellectuelen in de jaren 1945-1989, misschien nog wel het meest bij brave hervormde predikanten, die in het reëel bestaande socialisme een glimp meenden op te vangen van het beloofde Koninkrijk (met een hoofdletter). Er was de destijds niet genoeg op waarde geschatte afvallige katholiek Martin van den Heuvel voor nodig om deze onnozele maar niet minder kwalijke collaboratie aan de kaak te stellen.

clavanLang is gedacht dat Martin van den Heuvel model stond voor ‘doctor Clavan’ (foto), het typetje waarmee Kees van Kooten Oost-Europa-deskundigen belachelijk maakte. Dat is niet het geval: Clavan schijnt geënt te zijn op EO-buitenlandcommentator Aad Kamsteeg, die uiterlijk inderdaad wat weg heeft van het typetje dat Van Kooten speelde.

Martin van den Heuvel heeft niets lachwekkends, integendeel: de man had een voortreffelijke, want nuchtere kijk op de communistische dictaturen in Rusland en Oost-Europa. Hij heeft vele fellow travellers geërgerd, maar daar kon Van den Heuvel uiteindelijk niet mee zitten: de ondergang van het communisme in Europa heeft deze anticommunist glansrijk in het gelijk gesteld.