Hitlers wereldrijk: de ongekend wrede kolonisatie van Europa. Een schitterende studie van Mark Mazower

Ik heb er in eerdere beschouwingen op deze website nooit een geheim van gemaakt een bewonderaar te zijn van het werk van de Britse historicus Mark Mazower (1958), een generatiegenoot die aan een prachtig oeuvre schrijft. Hoe breed dat oeuvre ook is, veel van zijn werk mondt uit in de Tweede Wereldoorlog of heeft die oorlog als uitgangspunt. En ook als onderdeel van een werk van bredere opzet keert deze oorlog terug, zoals in zijn meest recente boek Over antisemitisme. Geschiedenis van een woord. In Hitler’s Empire. Nazi Rule in Occupied Europe (2008) – een jaar later vertaald als Hitlers wereldrijk. De overheersing van Europa door de nazi’s – heeft Mazower het megalomane racistische project van de nazi’s centraal gesteld. Het is niet het eerste boek over Hitlers imperialisme, wel een van de beste. Deze beschouwing is een bewerking van een bespreking die eens in het Nederlands Dagblad heeft gestaan.

Over Hitlers Derde Rijk zijn na de gewelddadige ondergang in 1945 boekenplanken volgeschreven. De positie van de arbeidersklasse, de middenstand, de kerken en de rol van de vrouw in nazi-Duitsland –  geen onderwerp of er is wel een monografie aan gewijd. Toch is er wel een tendens aan te wijzen. De laatste decennia staat in vrijwel alle geschiedschrijving over het Derde Rijk de massamoord op de Europese Joden centraal. Er wordt over de Holocaust anno 2009 veel intensiever geschreven dan in 1959, toen het drama nog maar net achter de rug was.

‘Tot de jaren zestig was de Holocaust een voetnoot bij de oorlog’, constateerde de Utrechtse emeritus-hoogleraar cultuurgeschiedenis H.W. von der Dunk (foto) eens met de van hem bekende kordaatheid. Was de Holocaust door Hitler gepland, vanaf het moment dat hij midden jaren twintig van de vorige eeuw Mein Kampf schreef? Historici die voor een biografische invalshoek kozen, beklemtoonden dikwijls dat Hitler van meet af wist dat zijn einddoel de moord op de Joden zou zijn. Degenen die nazi-Duitsland daarentegen als een chaos beschreven, meenden dat de Holocaust niet gepland was maar al ‘improviserend’ gebeurde.

Een belangwekkende discussie, die nog wel even voort zal gaan. Maar er kleeft één groot bezwaar aan: de buitenlandse politiek van de nazi’s lijkt soms alleen maar te hebben bestaan uit de uitsluiting, verdrijving en moord op de Joden. Wat Hitler en zijn gevolg eigenlijk met Europa wilden is minder bekend. Die leemte is gevuld door Mazower die al eerder faam verwierf met zijn uitstekende geschiedenis van de twintigste eeuw, die hij de mooie titel Duister continent meegaf. (zie voor een beschouwing hierover: https://wimberkelaar.com/2022/02/06/de-blijvende-zeggingskracht-van-mark-mazowers-duister-continent-europa-in-de-twintigste-eeuw/)

Mazower betrok daarin de uitdagende stelling dat het fascisme, nu verafschuwd, door miljoenen Europeanen in het interbellum beschouwd werd als een serieus alternatief voor de democratie. In Hitlers wereldrijk voegde hij de daad bij het woord en onderzocht hij de imperiale ambities van de nazi’s. Die leken aanvankelijk niet alleen gedragen door een groot deel van de Duitse bevolking, maar ook door verscheidene andere Europeanen. Mazower wil weten waarom het nazi-imperialisme desondanks mislukte.

Over dit onderwerp is wel eerder geschreven. In 1974 wijdde de Amerikaanse historicus Norman Rich een imponerende tweedelige studie aan Hitler’s War Aims. Op grond van een vracht aan historische documenten beschreef Rich systematisch de bezetting van Europa tussen 1939 en 1945. Zo uitvoerig als Rich, zo beknopt maar eveneens doeltreffend ging een andere Amerikaan in op de imperiale ideologie van het Derde Rijk: Woodruff Smith trok in 1986 in The Ideological Origins of Nazi Imperialism lange lijnen tussen Bismarck, Wilhelm II en Hitler. Die boeken zijn evenwel nooit in het Nederlands vertaald. Mazowers werk is het eerste grote werk over het nationaalsocialistische imperialisme, dat nu ook voor een breed publiek toegankelijk is.

Duitsland was een koloniale laatkomer. Het land was door Bismarck via ‘beperkte oorlogen’ en sluwe diplomatie op de kaart van Europa gezet. Wilhelm II zocht vervolgens door middel van een onbeheerste machtspolitiek erkenning van de (andere) grootmachten Engeland en Frankrijk. Bismarck koesterde in de negentiende eeuw wel racistische denkbeelden (vooral tegen de Polen), maar hield die vooral buiten de landsgrenzen. Wilhelm II had wel grote imperiale ambities maar weinig omlijnde koloniale plannen. Hij dacht nog traditioneel: kolonieën wenste hij, in navolging van Engeland en Frankrijk, in Afrika te zoeken.

Ook de nazi’s kenden geen blauwdruk, toen een groot deel van Europa hen in 1940/1941 na een snelle Blitzkrieg in de schoot viel. Maar wel had Hitler in Mein Kampf in enkele onheilspellende zinnen verkondigd in welke richting hij dacht: ‘Wij maken een einde aan de eindeloze Germaanse emigratie in westelijke op zuidelijke richting en richten het oog weer op het land in het Oosten. Wij breken eindelijk met de koloniale en commerciële politiek van vóór de oorlog en gaan over tot de bodempolitiek van de toekomst.’ Vrijwel geen van Hitlers tijdgenoten besefte in de jaren twintig welke een revolutionaire lading deze zinnen hadden: hier werd niet langer voorgesteld om ‘ouderwets’ te koloniseren (via de vestiging van handelsposten overzee), maar ronduit gesteld dat Europa, en daarbinnen speciaal het uitgestrekte Rusland, onderworpen diende te worden.

En zo geschiedde. Op 22 juni 1941 viel nazi-Duitsland de Sovjetunie binnen en begon niet alleen een ‘wereldbeschouwelijke’ oorlog tegen het bolsjewisme, maar ook met grootscheepse kolonisatie. De nazi’s hadden hun visitekaartje al afgegeven met de bezetting van Oostenrijk (maart 1938) en Tsjechoslowakije (september 1938-maart 1939). Beide landen werden volledig van de kaart geveegd en gingen als respectievelijk Ostmark en Protectoraat Bohemen en Moravië op in het Groot-Duitse rijk. Dit was ongekend: Europa, sinds de negentiende eeuw gedomineerd door ontwakende nationale staten die uitbreiding zochten in koloniën in verre werelddelen, werd plotseling zelf onderworpen aan niets en niemand ontziende kolonisatie.

Het sluimerende racisme van Bismarck (foto) werd onder de nazi’s manifest: andere Europeanen werden niet buiten de grenzen gehouden, maar geïncorporeerd in het Groot-Duitse rijk. Hele volkeren werden geconfronteerd met Duitse kolonisten. Omdat de circa zestig miljoen Duitsers in de stormachtige verovering van Europa plotseling heersten over circa driehonderd miljoen Europeanen, beseften de nazi’s dat hun grootscheepse kolonisatieplan aanpassing behoefde. Daarom werden ‘Germaanse broedervolkeren’, onder wie Nederlanders, Belgen en Noren, aangespoord om deel te nemen aan de kolonisatie van het Oost-Europese en Russische grondgebied.

Het werd een grandioze mislukking. Niet alleen omdat die ‘broedervolkeren’ weinig voor verplaatsing voelden, maar ook omdat de nazi’s met hun racistische politiek ieder krediet verspeelden. Mazower laat keer op keer zien hoezeer racisme een succesvolle politiek in de bezette gebieden verhinderde. Telkens als een nazibons opperde dat verstandige omgang met de onderworpen bevolking geboden was, werd dit van tafel geveegd. In de eerste plaats door Hitler zelf, die door de oorlog nog machtiger werd dan hij al was. Iedere ondergeschikte keek naar hem, de man die de oorlog had gewild en die hem nu ook naar een goed einde diende te brengen. Maar Hitler volhardde in zijn meedogenloze racisme, waarin de ‘arische mens’ zou heersen over de ‘slavische’ mens en waarin de ‘laagste mensensoort’ (de Joden) diende te worden uitgeroeid.

Mazower (foto) besteedt dan ook uitgebreid aandacht aan het verzet tegen de bezetting, waarbij vooral de Russische partisanen het de Duitsers moeilijk maakten. Moeilijk, maar niet onmogelijk. Dat het zo misging met ‘de laatste koloniale macht van Europa’, zoals Mazower nazi-Duitsland omschrijft, kan vooral worden toegeschreven aan de onmogelijke ambitie van Hitler: Europa onder heerschappij brengen van Duitsland, zonder enige toekenning van rechten aan andere volkeren. Zelfs niet aan het ‘stamverwante’ lage land bij de zee, dat als ‘Rijkscommissariaat Nederland’ ook al zonder pardon werd ingelijfd in het Groot-Duitse Rijk.

Mazower besluit zijn even inzichtelijke als imponerende studie met de constatering dat Hitler niet alleen een eind maakte aan de macht van Duitsland maar ook aan die van Europa. Het ongekende geweld en de meedogenloze wreedheid van de nazi’s hadden het continent financieel, economisch maar vooral moreel zo uitgeput dat oorlog niet langer een optie was. Wie de huidige Europese Unie beschouwt in het licht van centen en procenten, begaat een fout. Die Europese Unie dient nog altijd bezien te worden als een poging Hitlers misdadige erfenis te overwinnen. Nu is daar, met de grootschalige Russische invasie in Oekraïne in 2022, een nieuwe uitdaging bijgekomen: het weerstaan van de agressie van die andere wrede imperialistische mogendheid uit de Tweede Wereldoorlog, de Sovjetunie.