
79 jaar geleden werd op deze dag (17 februari 1946) het Humanistisch Verbond opgericht. Drijvende kracht erachter was Jaap van Praag, die tijdens de oorlog in de onderduik had gezeten en in die tijd schreef aan het boek Modern humanisme. Een renaissance? (1947) Een boek met een vraagteken, want de oorlog had laten zien dat humanisme even niet de eerste prioriteit had van de mensheid.
Van Praag schreef dan ook niet triomfalistisch maar veeleer zoekend, indachtig de miljoenen doden, onder wie leden van de bevolkingsgroep waartoe hij zelf behoorde en werd gerekend, de Joden. Mensen dus die volgens de nazi’s dood moesten nadat ze tot een apart ‘ras’ werden bestempeld.
‘Velen van ons hebben zich oude zekerheden langzaam voelen ontglippen, naarmate de ontzettende ervaringen hun de mogelijkheden openbaarden van menselijke ontaarding, van in elk opzicht grenzeloze corruptie en schier onvoorstelbare wreedheid’, schreef Van Praag in ‘Modern humanisme’.
Het humanisme had een wereld te winnen na 1945. Niet alleen diende de gruwelijke erfenis van het nationaalsocialisme te worden overwonnen, ook scepsis van de destijds dominante kerken diende te worden weerstaan. De Nederlandse Hervormde Kerk, toen nog een machtig bolwerk, telde weliswaar velen die niet onwelwillend stonden tegenover humanisme maar dat zou dan wel christelijk geïnspireerd moeten zijn.
De hervormde kerk startte zelf een offensief om het Nederlandse volk opnieuw christelijk te doen zijn. Atheïsme zou geen basis kunnen vormen van moraal. En juist dat atheïsme vormde het uitgangspunt van het in 1946 opgerichte Humanistisch Verbond, hoewel Van Praag en de zijnen nadrukkelijk contact zochten met de Nederlandse kerken in hun strijd tegen zedenverwildering.
Maar het Humanistisch Verbond had ook te kampen met tegenwind uit een heel andere hoek. De Franse existentialist Jean-Paul Sartre had in een roemruchte naoorlogse lezing dan wel verkondigd dat zijn existentialisme een humanisme was, in zijn vooroorlogse roman “Walging” had hij het humanisme nog belachelijk gemaakt als oppervlakkig en leeg.
In Nederland had schrijver E. du Perron het humanisme van schrijver Dirk Coster als halfzacht weggeschreven, terwijl zijn vriend Ter Braak niets dan ‘menselijke waardigheid’ overhield, zonder er nadere invulling aan te geven. En juist dat wenste Van Praag na de oorlog wel. Hij sloot in die zin aan bij de hoofdstroom van herrijzend Nederland dat de barbaarse naziperiode achter zich wilde laten.
Het Humanistisch Verbond is altijd een klein genootschap gebleven van nooit meer dan enkele duizenden leden. Ook toen in Nederland de ontkerkelijking om zich heen greep, nam het ledental van het Verbond niet sterk toe.
Ook nu is het georganiseerde humanisme in Nederland getalsmatig gering. En toch, 80 jaar na de oprichting, is het humanisme harder nodig dan ooit in een wereld vergeven van patsers als Donald Trump en Elon Musk, laffe opportunisten als Mark Zuckerberg en een wrede despoot als Vladimir Poetin.

