Op donderdag 1 februari 2024 zond 2Doc de documentaire The Dmitriev Affair uit, een film over de historicus Joeri Dmitriev die decennialang onderzoek deed naar de massagraven die tijdens het terreurbewind van Sovjetdictator Josef Stalin werden gegraven en waarin talloze anonieme slachtoffers werden gedumpt. Een monument voor een man die inmiddels achter slot en grendel verblijft. En een documentaire waarvan ook Nederlanders kennis zouden moeten nemen in een tijd dat er in Nederland verscheidene Poetin-fluisteraars rondlopen die zijn vele misdaden vergoelijken of – al dan niet betaald door het regime – regelrecht goedpraten.
Zie hem daar lopen in de bossen van Noordwest-Rusland, Joeri Dmitriev: sjekkie in de ene hand, zijn dochter aan de andere. Voor hen uit loopt zijn herdershond (die verderop in de film zal sterven). Rustig, bijna toonloos vertelt hij over zijn missie: naamlozen hun naam teruggeven en, zeker zo belangrijk, nabestaanden vertellen over hun leven en lot. Verscheidene keren loodst hij die nabestaanden door de uitgestrekte bossen naar een opgedolven massagraf en vertelt over het lot van de slachtoffers.
Tot 2021, toen Dmitriev overkwam wat velen de laatste jaren overkomt in Poetins Rusland: arrestatie op een leugenachtige klacht, bedoeld om critici van dit bewind de mond te snoeren. Dmitriev, zo luidde de aanklacht, zou zijn dochter naakt hebben gefotografeerd en zich schuldig hebben gemaakt aan pedofilie. Met die valse aanklachten – niet alleen tegen Dmitriev maar ook tegen anderen, van wie oppositieleider Aleksej Navalny (foto)de bekendste is, voegt het Poetin regime zich in het spoor van verzonnen aanklachten die in de Sovjetunie gangbaar waren. En al neemt de repressie onder Poetin met de dag toe, die is nog ver verwijderd van de extreme onderdrukking ten tijde van Stalin, die van 1928 tot 1953 met ijzeren hand regeerde over Rusland.
Stalin werd niet alleen gekenmerkt door hardvochtigheid maar ook en vooral door paranoia. Die altijd al sluimerende paranoia kreeg in 1934 definitief macht over hem, toen communistische partijgenoten op het zeventiende partijcongres hun voorkeur uitspraken voor Sergej Kirov, partijleider van Leningrad (nu Sint-Petersburg). Kirov (foto) werd op 1 december van dat jaar vermoord onder nooit helemaal opgehelderde omstandigheden maar hoogstwaarschijnlijk op last van Stalin. In de jaren die volgden organiseerde hij niet alleen verscheidene showprocessen tegen oude kameraden maar ontketende een enorme terreur tegen partijleden én gewone burgers die in de jaren 1937-1938 naar schatting 700.000 duizend levens kostte. Berucht werden Russische auto’s die ’s avonds laat of ’s nachts voor de deur stonden om mensen op te halen en om die reden de bijnaam ‘zwarte raaf’ kregen.
Zo erg is het in het huidige Rusland nog niet. Er worden geen tienduizenden mensen gearresteerd en met een nekschot vermoord, zoals destijds in de beruchte Loebjanka-gevangenis in Moskou. Maar de repressie onder Poetin is de laatste jaren zeer toegenomen. Dat valt af te lezen aan het lot van Navalny, eerst vergiftigd en na terugkeer gevangengezet, momenteel onder barre omstandigheden in de poolstreken van Rusland.
Worden Navalny en andere politieke critici al als een gevaar beschouwd door Poetin, dat geldt evenzeer voor Memorial, de burgerrechtenorganisatie die er naar streefde de misdaden van het Stalinregime aan het licht te brengen en de slachtoffers een naam te geven. De organisatie ontstond tijdens de Glasnost (=openheid) periode ten tijde van de laatste Sovjetpartijleider Michail Gorbatsjov (1985-1991, foto) maar kreeg echt vorm in 1992. Historici zoals Dmitriev bewezen wat de Russische schrijver en dissident Alexander Solzjenitsyn in zijn ‘proeve van een artistieke studie’ zo indringend en meeslepen had geschreven in zijn in de jaren zeventig (in het Westen) gepubliceerde meesterwerk De Goelag Archipel: dat zogenaamd de ‘lichtende toekomst’ van het Sovjetvolk werd gepredikt maar datzelfde volk in werkelijkheid een slavenbestaan leidde in gigantische werkkampen – en dan mochten die slaven nog van ‘geluk’ spreken niet onmiddellijk en zonder reden te worden geëxecuteerd.
Baseerde Solzjenitsyn (foto) zich noodgedwongen nog op de memoires, verhalen en brieven van 227 slachtoffers, in de jaren nadien werden steeds meer getuigenissen hoorbaar. Die waren ongewenst tijdens het regime van Leonid Brezjnev (1964-1982) en leidde tot vervolging van tal van dissidenten waarvan we de namen inmiddels dreigen te vergeten: Alexander Ginzburg, Andrej Amalrik, Pjotr Jakir en Petro Grigorenko (om nog maar enkelen te noemen). Ondergronds werd tijdens het Brezjnev-regime de herinnering aan de misdaden van het stalinisme dus al levend gehouden. Na het aantreden van Gorbatsjov was er geen houden meer aan. Romans over het stalinisme als Kinderen van de Arbat van Anatoli Rybakov konden eindelijk verschijnen, de onderdrukte pijn en woede kwamen in volle kracht naar boven.
Memorial vormde de rustige, onderzoekende en wetenschappelijke arm van die pijn en woede: onverstoorbaar lieten onderzoekers documenten en opgedolven massagraven spreken over de vreselijke waarheid: in de jaren ‘30 tot en met ‘50 had een staat oorlog gevoerd tegen zijn eigen volk, zoals de historicus Nicolas Werth het uitstekend formuleerde in het in 1997 verschenen standaardwerk Zwartboek van het communisme. Het tragische lot van Joeri Dmitriev, vanwege zijn onderzoek naar het duistere communistische verleden inmiddels veroordeeld tot 15 (!) jaar cel, demonstreert het gelijk van George Orwell die in zijn klassieke dystopische roman 1984 al had laten zien dat een dictatuur er altijd als eerste naar streeft het verleden te beheersen en (dus) te herschrijven.
In het geval van Poetin betekent dat: zo min mogelijk aandacht besteden aan de stalinistische misdaden en zoveel mogelijk nadruk leggen op de Sovjet-overwinning op Nazi-Duitsland, die op 9 mei ieder jaar steeds grootser wordt gevierd. Dat brengt Poetins historische leugens op twee: niet alleen streeft hij ernaar de stalinistische misdaden in de doofpot te laten verdwijnen, ook wil hij de Sovjetunie met terugwerkende kracht voorstellen als ‘antifascistische’ staat. Daar klopt niets van: de Sovjetunie gooide het in 1939 op een akkoordje met Nazi-Duitsland en deelde Oost-Europa op in invloedssferen. Pas na operatie Barbarossa (de Duitse inval op 22 juni 1941) liet de opportunistische Sovjetunie zich kennen als ‘antifascistisch’.
Die term zet Poetins Rusland ruim dertig jaar na de ondergang van de Sovjetunie opnieuw in. En wel als excuus om Oekraïne binnen te vallen. Sinds die aanval, begonnen op 24 februari 2022, schermt Poetin met een zoveelste leugen: de oorlog tegen Oekraïne zou noodzakelijk zijn om het land te ‘denazificeren’. Veel Russen, afgesloten van pluriform nieuws en aangewezen op de gemuilkorfde staatsmedia, geloven hem. Juist vanwege de vele historische leugens van Poetin (foto) kunnen historici als Dmitriev niet worden gemist: zij halen de (letterlijk en figuurlijk) begraven geschiedenis boven en confronteren Rusland met het beladen verleden.
Nu Memorial is verboden en tot ‘buitenlandse agent’ is verklaard (een beproefde tactiek van Poetin en de zijnen om iedere kritiek op het bewind te smoren) kunnen Russen niet meer zien wat een bijzonder moedig landgenoot Dmitriev is en welk onrecht hem (en zoveel anderen met hem) wordt aangedaan. Wij kunnen dat hier in Nederland wel. De film van Jessica Gorter vertelt niet alleen zijn levensverhaal, maar eigenlijk ook het verhaal van Poetins Rusland, teruggekeerd naar de donkere tijden van weleer. Een film om niet te missen.







