
De Nicaraguaanse dichter, priester en minister van Cultuur Ernesto Cardenal is op 1 maart gestorven. Ik schreef eens over hem in mijn boek Het is ons een eer en een genoegen. Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930 (2007). In 1990 werd Cardenal namelijk een eredoctoraat toegekend aan de VU. Dat eredoctoraat was niet onomstreden: een eerdere eredoctor aan de VU klom namelijk in de pen en protesteerde heftig tegen de toekenning van de prijs aan Cardenal , die hij uitmaakte voor ‘hypocriet, leugenaar en propagandist’.

Dat was nog nooit vertoond: een eerdere eredoctor van de Vrije Universiteit die protesteerde tegen de toekenning van de onderscheiding aan een ander. Die eredoctor die protesteerde was de Franse filosoof Jacques Ellul (foto). Hij pakte in een brief aan rector magnificus prof. dr. C. Datema ongenadig uit over Cardenal en sprak zijn ‘verbazing’ uit over ‘het schandaal’ dat uitgerekend Cardenal, door Ellul beschouwd als fellow traveller van het communisme, een eredoctoraat was toegekend. ‘Cardenal est un hypocrite, menteur et propagandiste’, oordeelde de Fransman die precies 25 jaar daarvoor (in 1965) was onderscheiden.

De rector won advies in bij de literatuurwetenschappers Mineke Schipper (foto) en Bettine Siertsema. Zij hadden het voorstel ingediend Cardenal een eredoctoraat toe te kennen. Schipper en Siertsema formuleerden een even hoffelijk als nietszeggend antwoord, waarin ze de frontale aanval van Ellul ontweken. In een begeleidend schrijven aan Datema liet Siertsema verontwaardigd weten dat het haar beter leek op Elluls verdachtmakingen niet in te gaan. ‘Hij is zo ongenuanceerd en onaangenaam.’
Ellul, eenmaal met het ontwijkende antwoord geconfronteerd, liet het er niet bij zitten en herhaalde zijn beschuldigingen aan het adres van Cardenal. Ellul was niet de enige die bezwaar aantekende tegen het eredoctoraat. Ook E. Roemers (‘diaken in Utrecht’) protesteerde. Cardenal maakte deel uit van een regime, dat niet schroomde andersdenkenden monddood te maken. Hij gaf het voorbeeld van aartsbisschop Obanda Y Bravo die door de sandinistische regering toegang tot de media werd geweigerd. ‘Een ieder die nog iets heeft van gevoel voor souvereiniteit in eigen kring, het fundament waarop de Vrije Universiteit is gebouwd, zal in woede in verzet komen. (…) Het is jammer dat Abraham Kuyper (foto hieronder) niet meer leeft, want zonder twijfel had hij zich fel verzet tegen het eredoctoraat met een beroep op “de grondslag der gereformeerde beginselen”, die haaks staan op de in de praktijk staande beginselen zoals Cardenal die de afgelopen tien jaar heeft ten toon gespreid.’

Een beroep op de grondlegger van de universiteit en een kernbegrip van het gereformeerde leven lag, de snelle secularisatie ten spijt, in Buitenveldert nog altijd gevoelig. Rector Datema vroeg de secretaris van de bestuursvereniging, aan wie de brief was gericht, te laten weten dat het College van Decanen niet dan ‘na zorgvuldige afweging’ besloten had het eredoctoraat toe te kennen en de briefschrijver te wijzen op de motivering voor het eredoctoraat.
Cardenal was voorgedragen wegens ‘zijn onvermoeibare inzet voor de culturele ontwikkeling van de armsten uit de Nicaraguaanse samenleving’. Dat zal de bezwaren niet hebben weggenomen. De rector wist zich echter gesterkt door de vele aanbevelingen, die het College van Bestuur door promotor Mineke Schipper werden voorgelegd. Zo schreef niemand minder dan de befaamde Engelse toneelschrijver Harold Pinter (auteur van het ook in Nederland veel gespeelde stuk The Caretaker) dat Cardenal ‘a poet of immense distinction and authority’ was. Hij was niet de enige buitenlandse supporter van het eredoctoraat. De Britse literatuurwetenschapper John Lyons plaatste Cardenal op één lijn met de communistische dichter Pablo Neruda. Cardenal, scheef Lyons, onderging invloed van de dichters die hij in zijn jonge jaren vertaalde: Allan Ginsburg, William Carlos Williams en vooral Ezra Pound – een dichter, die na 1945 overigens in een slechte reuk kwam te staan vanwege zijn sympathie voor het fascisme.

Ook als minister bleef Cardenals dichtershart kloppen, aldus Lyons: als minister van Cultuur droeg hij zorg voor betaalbare boeken, die voor iedereen toegankelijk waren. Ook professor P.J.D. Drenth (foto), die enkele vraagtekens had geplaatst bij de toekenning, was nu ‘om’. Hij schreef erepromotor Mineke Schipper onder de indruk te zijn van Cardenals ‘vanuit evangelisch motief geïnspireerde visie op maatschappij, cultuur en onderwijs, en de wijze waarop hij als minister van cultuur deze visie in praktische toepassing heeft omgezet’.
Het had overigens maar weinig gescheeld of Cardenal had het eredoctoraat geweigerd. Hij had helemaal geen zin in een ‘circus’, vertelde hij de bevriende theoloog en journalist Hans Snoek, verbonden aan het Baptistenseminarie in Managua. Aan aandacht van de media had Cardenal een broertje dood, zo gaf Snoek door aan Gert J. Peelen, redacteur van VU-Magazine. Zelfs hij, Snoek, ontving aanvankelijk een ‘botte afwijzing’ op een interviewverzoek.
Ten lange leste stemde Cardenal toch toe en legde hij nog eens uit waarom hij zo lang geaarzeld had het eredoctoraat te aanvaarden. ‘Eerlijk gezegd zie ik nogal op tegen de lange reis en alle activiteiten die nu eenmaal bij zo’n eredoctoraat horen. Bovendien voel ik me bij dat soort gelegenheden altijd zeer ongemakkelijk. De persoon Cardenal komt teveel centraal te staan, terwijl al die mensen, die echt aan de basis de Nicaraguaanse cultuur hebben verspreid, naamloos blijven.’ Hij nam de bul desondanks in ontvangst, omdat die ‘een belangrijke internationale erkenning is voor Nicaragua en de revolutie’.

Nicaragua en de revolutie: het land was na de sandinistische revolutie van 1979 ook voor progressief-christelijk Nederland, evenzeer als voor links Nederland, minstens een decennium lang het land van belofte. Dat om eredoctor Cardenal ook nog het romantisch waas hing van een dichterlijk minister, die tot in zijn uiterlijk (alpinopet) een oudere uitvoering leek van de revolutionaire held Che Guevara (foto), maakte de betovering niet geringer. Ook aan de grachtengordel ging niet voorbij dat dichter-minister Cardenal tot doctor was verheven.

Maar de aandacht had nog veel groter kunnen zijn als Cardenal in het tussen 1983 en 1992 uitgezonden en destijds veel bekeken boekenprogramma Hier is… Adriaan van Dis zou zijn opgetreden. Erepromotor Mineke Schipper had Van Dis voorgesteld Cardenal en de ook bij de erepromotie aanwezig zijnde Pinter samen te brengen in zijn programma. Maar Van Dis berichtte haar dat de opnamen niet in oktober zouden plaatsvinden, toen het eredoctoraat werd uitgereikt, maar pas eind november 1990. Van Dis, die zich toelegde op zijn schrijverschap, berichtte bovendien zich van de buitenwereld te willen afsluiten om zijn nieuwe boek af te maken. Er kwam dus niets van de primeur een eredoctor aan de Vrije Universiteit op de Nederlandse televisie te zien. Mogen we hem geloven, dan zal Cardenal, wars van publiciteit, er niet rouwig om zijn geweest.